Schrijfopdracht: ‘Ze’

IMG_9255Weekend. Tijd om nog even in een kort verhaal te duiken?

Vandaag een schrijfopdracht ‘uit het archief van het Schatgraversgenootschap’. De opdracht was: ‘Schrijf over jezelf in de derde persoon, bv. als de introductie van een romanpersonage (evt. ironisch/met overdrijving). Hoe zien anderen mij?’

Dit was mijn uitwerking daarvan.

 

Ze zit op de fiets. Ze rijdt hier wel vaker voorbij met haar tweewieler. Op weg naar het winkelcentrum, de bakker of haar werk; ze kan ook onderweg zijn naar een clubje – maar dan heeft ze meestal een passagier of bijrijder bij zich. Nu is ze dus alleen.

De fiets in zo’n forse – type ‘moederfiets’. Zelf is ze minder fors. Lang en slank. Dat slanke komt vast van al dat fietsen. Ze heeft een jas aan en een bont gekleurde sjaal om haar hals. Oordopjes in haar oren; het snoer loopt naar haar jaszak. Achterop de fiets fietstassen en een leeg kinderstoeltje.

Ze heeft donkere ogen, met de blik van iemand die ergens anders is met haar gedachten. Ernstig, peinzend.. wegdromend. De wind speelt met haar korte haar. Ondertussen rijdt ze, als op de automatische piloot, met een ietwat voorovergebogen houding, het stuur met beide handen vasthoudend. Een paar vingers van elke hand licht opgericht, klaar om de handremmen in te knijpen wanneer dat nodig is. Af en toe vormen haar lippen woorden en zingt ze zachtjes teksten, die verloren gaan in de wind en het rumoer van het verkeer.

Ze trapt stevig door in een ritmisch tempo. De versnelling staat op 5 en ze heeft er flink de vaart in. Op en neer, om en om, gaan de trappers. Regelmatig haalt ze een andere fietser in; schijnbaar onverstoorbaar onderweg naar haar bestemming. Ondanks de blik op oneindig reageert ze snel en behendig op het verkeer of past ze de versnelling aan. Ze stopt voor alle rode stoplichten. Terwijl ze wacht roffelen haar vingers enigszins ongeduldig, op het ritme van de muziek in haar oren, tegen de handvaten van het stuur. Vlot vervolgt ze haar weg als het licht van kleur verandert.

Ze rijdt naar het station, waar ze, uitgekiend en met aandacht, met een zwaai haar fiets draait en in de stalling zet. Met wat meer omhaal zet ze de fiets op slot, struikelend tussen de fietsen door. Ze loopt met vlotte pas het perron op en houdt een OV-chipkaart voor de scanner. Haar vingers zijn dun, haar huid is droog.

De deuren van de trein gaan open en ze stapt in. Ze neemt plaats bij het raam. Uit de zak waar het snoertje van de oordopjes in verdwijnt haalt ze een iPhone; ze drukt, swipet en opent een applicatie. Ze glimlacht. Ze richt haar aandacht op het schermpje en komt tot rust. Ze wendt haar hoofd af, naar het raam en haar blik dwaalt langzaam af. Zo kan de ze komende 25 minuten blijven zitten.

Ze is onderweg naar Amsterdam, naar de Schatgravers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *