PO en VO: anders leren, gelijk waarderen

Er valt te discussiëren over de eisen van PO in actie. Maar deze ouder staat alvast aan de kant van de groep actiebereide leerkrachten. Ik vind het verontrustend dat er op scholen een lerarentekort ontstaat en bizar dat een leerkracht in het basisonderwijs een lager salaris krijgt dan één in het voortgezet onderwijs.

Ik ben geen held in rekenen. Waarschijnlijk is dat niet zozeer te wijten aan het onderwijs dat ik heb genoten, maar meer aan aanleg en gebrek aan affiniteit. Ik ga dan ook niet voorrekenen hoe het zit met de uren die leerkrachten werken, de hoeveelheid vakantie en andere dingen waar de discussie vaak over gaat. Volgens mij kun je gewoon een vergelijking maken tussen het nettoloon in de beide vormen van onderwijs en dat gelijk trekken.

Niet dat staatssecretaris Dekker dat van plan is. Hij beweerde afgelopen week dat het verschil terecht is en dat het zwaarder zou zijn om les te geven aan een klas vol pubers dan aan een basisschoolklas. Hoezo? Heeft de staatssecretaris na zijn eigen jeugd nog wel eens een basisschool van binnen gezien?

Sinds het begin van dit schooljaar heb ik naast twee kinderen op de basisschool een kind op de ‘middelbare’. Zonder af te willen doen aan het werk van de leerkrachten in het VO en met alle respect voor de docenten van mijn oudste: tot dusver heb ik geen reden om aan te nemen dat het lesgeven daar zwaarder is.

Natuurlijk, pubers zijn.. pubers. Die zijn niet makkelijk. Er worden ook andere eisen aan ze gesteld dan aan jonge kinderen. Maar die pubers zitten op een school die al aansluit bij hun leerniveau; daar zijn ze in groep acht op geselecteerd.
Op de basisschool waar de andere twee naartoe gaan, zitten zo’n zes niveaus in een klas: het zijn combinatieklassen van twee leerjaren met ‘gemiddelde’ kinderen, kinderen die moeilijker leren en kinderen die sneller leren. Daar heeft de leerkracht steeds rekening mee te houden, bij alle vakken die zij (of hij) geeft.

Volgens mij is het bovendien een illusie om te denken dat jonge kinderen zoveel makkelijker zijn dan de gemiddelde puber. Orde houden in een basisschoolklas heeft soms veel weg van het bij elkaar houden van een nest jonge kittens terwijl je een vol dienblad in de lucht houdt. De pubers beschikken over de vaardigheden die nodig zijn om onderwijs te kunnen volgen. Die hebben ze op de basisschool geleerd.

De basisschool is volgens mij de plek waar kinderen als leerling worden gevormd. Waar ze voor het eerst in een klas komen, waar ze zich veilig moeten voelen, waar ze zich kunnen ontwikkelen en worden voorbereid op het voortgezet onderwijs. Die basis is toch zeker net zo belangrijk als het vervolg?

Op de basisschool waar mijn kinderen naartoe gaan is een paar dagen in de week een administratief medewerker aanwezig en er is een conciërge. Brieven maken de leerkrachten zelf, ze doen de organisatie van excursies, zorgen dat materialen worden schoongemaakt en hebben dagelijks contact met ouders. De meeste leerkrachten van mijn oudste zal ik waarschijnlijk nooit zien, brieven komen van de administratie, excursies worden centraal geregeld.

Uiteraard betekent het feit dat ik niet zie wat er op de middelbare school gebeurt dat een leerkracht daar ook daadwerkelijk minder hoeft te organiseren of doet, maar ik zie vooralsnog geen reden om aan te nemen dat het zwaarder werk is, of dat de verantwoordelijkheid zwaarder zou zijn. Tenzij iemand vindt dat onze kinderen meer waard worden naarmate ze ouder worden – ik dacht het niet.

Misschien is het appels met peren vergelijken. Dat betekent niet dat het een meer gewaardeerd hoeft te worden dan het ander. Uiteindelijk wil elke ouder toch dat een kind het beste onderwijs krijgt van een goed opgeleide, gemotiveerde leerkracht? In een veilige, stimulerende omgeving en met zorg en aandacht voor het kind, ongeacht de leeftijd of het soort onderwijs?

Ik sta dus achter de zaak van #POinactie en hoop van harte dat de politiek gaat luisteren. Mocht dat niet gebeuren en leerkrachten voelen zich genoodzaakt te gaan staken om hun punt duidelijk te maken: mijn zegen hebben ze. Ik pas wel op de kinderen. Als het moet op de hele klas. Maar niet te lang. Dan stuur ik ze wel naar Sander Dekker.

4 thoughts on “PO en VO: anders leren, gelijk waarderen

  1. Eens met veel:
    leerkracht is een zwaar en belangrijk beroep.

    Oneens:
    – Staatssecreraris beweert niet dat het vo zwaarder is. Hij zei dat een klas vol pubers iets anders is dan een klas met kleuters. Daarmee suggereert hij het wel, maar beweert hij het niet. Hij zegt al genoeg gekke dingen zonder dat hem uitspraken worden toegeschreven die hij niet gedaan heeft 😉
    – Leerkracht vo is een specialist (er zijn toch echt minder talenten voor lerarenopleiding wiskunde dan voor de pabo). Het is niet uitzonderlijk in ons land dat specialisten meer betaald krijgen.
    – Leerkrachten vo zijn vaker universitair geschoold. Met name in havo/vwo (ook in de onderbouw) en ook nog altijd met een lb salaris. Vergelijken met een hbo opleiding is inderdaad appels en peren.
    – Leerkrachten vo krijgen niet zelden op één dag 100-150 verschillende leerlingen voor hun neus. Hoe groter de afdeling waar je leiding aan geeft, hoe meer status. Ook typisch in ons land.
    – Ik heb geen idee wat een staatssecretaris doet, dus heb ik geen reden om aan te nemen dat hij zwaarder werk doet dan ik. Hij heeft zelfs een secretaresse en een chauffeur. Als ik een beetje kort door de bocht ga dan heb ik dus ook recht op anderhalve ton per jaar.
    – De mannen en vrouwen die elke week de gft bak ophalen doen ook zwaar en belangrijk werk. En niet zonder risico. Even niet opletten en je rijdt over iets of iemand heen. Als dat een argument is dan mogen zij ook gelijke beloning.

    Tot slot:
    Ik ben ook ouder en mijn steun hebben ze. Als het moet wil ik wel samen met jou op die ene klas passen.

    • Peter,
      Toen ik het stukje schreef was ik me ervan bewust dat het vatbaar was voor tegenargumenten. Ik ben blij dat je het serieus neemt en er op reageert; helaas is mijn betoog hoofdzakelijk op gevoel en interpretatie gebaseerd (dat mag duidelijk zijn), dus heb ik geen feiten om de discussie mee aan te gaan.

      Wat betreft de uitspraak van de staatssecretaris is het in mijn ogen een hele ‘onhandige’ geweest. De suggestie is gewekt en heeft veel mensen tegen de haren ingestreken.
      Wat jouw argumenten betreft kan ik het wel waarderen dat je hier en daar wat kort door de bocht gaat. Dat prikkelt het gesprek juist. Dat is denk ik het belangrijkste, dat er discussie op gang komt, dat er –hopelijk- iets gedaan gaat worden aan de situatie die dreigt te ontstaan en dat er gekeken gaat worden hoe het beter kan. Misschien is het wel tijd dat het hele salarisstelsel in de complete onderwijssector opnieuw wordt bekeken en geijkt. Er zijn tegenwoordig ook Universitaire PABO’s en zo zijn er op alle fronten misschien nog wel meer ontwikkelingen die meegewogen kunnen worden.
      Mijn kinderen zitten inmiddels in de bovenbouw van het PO, dus ze gaan het niet meer meemaken, maar ik denk (weer een aanname) dat er heel veel mogelijkheden zijn om het vak van leerkracht aantrekkelijker te maken die ook in het belang van de kinderen zijn.

      Volgens mij zouden we ons best vermaken als we samen op een klas zouden moeten passen. Wie doet de rest?

  2. Een jaar later is er (bijna) een nieuwe CAO:
    Alle juffen en meesters gaan een hele loonschaal omhoog. En ze zijn nog niet eens uitgestaakt. Sommigen gaan hierdoor zelfs meer verdienen dan universitair geschoolde onderbouwcollega’s uit het vo. Wie had dat durven denken. Ben benieuwd wat voor reactie dit in het vo teweeg gaat brengen en of hiermee het aanzien van de po docent gaat stijgen.

    • Daar ben ik ook benieuwd naar. Het lijkt mij dat er wat betreft het aanzien van het beroep van po docent nog wel meer nodig is dan alleen een salarisverhoging, maar het begin is er.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *