Zielig

Heb je wel eens gemerkt hoe vervelend het is, als je niet kunt gapen? Meestal merk je niet eens dat je het doet, net als met ademen. Ik ben er inmiddels achter dat het best fijn is als je dat gewoon kunt. Eigenlijk zeg ik het verkeerd; je kunt natuurlijk niet niet gapen, het gaat vanzelf. Maar soms gaat het niet zo makkelijk.

De afgelopen dagen heb ik pijn gehad in mijn rug, ergens onder m’n schouder. Het voelde alsof een spier ontzettend dwars lag. Wat raar is, want zo enthousiast gebruik ik mijn spieren doorgaans niet, dus hoezo pijn? Meestal merk ik niet dat ze er zitten. Maar deze liet dus even goed merken dat hij bestaat. Er zit een spier in mijn rug. Ten minste een.

fullsizerenderBij heel veel bewegingen had ik er last van. Logisch, want daar heb je spieren voor. Gapen bleek echter ook een hele opgave. Onmogelijk eigenlijk, zonder het gevoel te hebben dat er iemand heel hard aan die spier trok of een steek onder m’n schouderblad gaf. Wat voelde ik me zielig. Belachelijk. “Kom,” dacht ik nog, “ik heb drie kinderen op de wereld gezet. Zo’n beetje pijn moet kunnen; gewoon door de pijn heen gapen”.

Dat viel dus vies tegen. Zodra de pijn kwam sloeg de gaap als het ware af. Een beetje zoals proberen te plassen terwijl er steeds iemand tegen je begint te praten – iets waar ik trouwens beter in ben geworden sinds ik kinderen heb (zijn die bevallingen toch ergens goed voor geweest). Maar gapen met pijn, dat lukt me dus niet. En dan blijft de gaap maar komen. Maar de pijn ook. Tot vermoeiens toe. Gaap. Au. Enzovoort. En slapen helpt niet, want dat blijkt ook een hele opgave met zo’n klier van een spier.

Op de schaal van alle ellende en kwalen in de wereld stelt het natuurlijk niets voor, maar het is wonderlijk hoe een beetje pijn een mens een paar dagen bezig kan houden. Sinds vandaag kan ik weer voluit gapen, dus het ergste lijkt inmiddels achter de rug (ha ha).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *